Basis Word Hoofdstuk 1
Mogelijkheden om te navigeren
Schuifbalken: als u de schuifbalken gebruikt, wordt de celaanwijzer niet verplaatst. Om een andere cel te activeren moet u dan nog in die cel klikken.
Muis: het scrollwiel van de muis kan u gebruiken om in uw werkblad verticaal te bewegen. Ook hier wordt de celaanwijzer niet verplaatst.
Toetsenbord: door gebruik te maken van toetsencombinaties kan u de celaanwijzer verplaatsen.
Enkele mogelijkheden:
Pijltjestoets een cel in de richting van de pijl
Tab een cel naar rechts
Shift + Tab een cel naar links
Home naar kolom A (u blijft in dezelfde rij)
Ctrl + End naar de rechterbenedenhoek van het ingevulde werkblad
Ctrl + Home naar cel A1
Cellen selecteren
Vaak moeten opdrachten in verschillende cellen tegelijk uitgevoerd worden. In dat geval moet u die cellen selecteren.
Bereik: als het om een blok van minstens twee cellen gaat, spreekt men van een bereik. Een bereik is dus m.a.w. een rechthoek van minstens twee cellen.
Selectie: kan echter ook bestaan uit meerdere niet-aangrenzende bereiken en cellen.
Meerdere cellen selecteren:
Een bereik selecteren: bv. alle cellen van A1 t.e.m. E5 selecteren.
Klik op de linkerbovenhoek en sleep de aanwijzer naar de rechterbenedenhoek. Uiteraard kan u ook in een ander hoekpunt beginnen. Tijdens het slepen kan u in het naamvak zien hoeveel rijen en kolommen u selecteert.
