Inleiding
Technologie in het onderwijs… hoe doe je dat? Wat is er voor leerkrachten beschikbaar en hoe start je ermee? In deze cursus bestuderen we hoe je technologie aan didactiek koppelt en hoe je juiste beslissingen maakt. Hoe je op schoolniveau technologie implementeert en hoe je klaspraktijken kan evalueren en bijsturen.
We bekijken voordelen van blended en hybride leren. We verkennen ook heel wat bestaande tools en hoe je ze kan gebruiken.
Welkom! Mijn naam is Koen Timmers en ik geef al 20j les in het CVO de Verdieping. Daarnaast geef ik les in de lerarenopleiding over hoe toekomstige leerkrachten technologie kunnen/moeten gebruiken.
Ik deed mijn master Technology Enhanced Learning in Sheffield-Hallam University (VK) en schreef enkele boeken over onderwijs in de toekomst. Daarnaast spreek ik geregeld op conferenties.
In deze cursus bekijk je best eerst de video’s. Daarnaast lees je de geschreven cursus indien je meer wil weten. Tot slot maak je de oefening. Je kan me altijd bereiken via mail: [email protected].
In 1951 schreef de Amerikaanse schrijver Isaac Asimov een sciencefictionverhaal voor kinderen onder de titel “The Fun They Had”. Het verhaal gaat over twee kinderen die thuis les krijgen van een computer die eruitziet als een robot. Er wordt beschreven hoe deze robot instructies geeft en hoeveel plezier de kinderen aan hun leerproces beleven. De eerste pc’s verschenen pas in huishoudens in de jaren tachtig – zo’n dertig jaar later.
Vandaag heeft technologie een prominente plaats in de klas. Digitale borden, laptops, tablets, beamers en verschillende tools die helpen bij het visualiseren, evalueren, communiceren, feedback geven, organiseren, samenwerken, brainstormen, exploreren, enz.
Technologie mag echter geen eenheidsworst worden. Soms kan het een groot verschil maken in het leerproces van leerlingen, soms is het niet meer dan een gadget. In sommige gevallen is het nog maar de enige optie om onderwijs aan te bieden. Hoe weet je nu wanneer technologie waardevol is en hoe kun je dat evalueren? Laat ons starten met een onderscheid te maken tussen technologie en ICT. Technologie omvat o.a. een computer, een scherm, een smartphone, een camera, een tablet, een bord. Het slaat ook op ICT, waaronder we software, apps en websites verstaan.
In 2009 zag Bridge International Academies het levenslicht en profileerde zich als “de Uber van het onderwijs”. Er kwam financiële steun van Bill Gates en Mark Zuckerberg en het idee was om gratis onderwijs te bieden aan kinderen in minderbedeelde en vaak afgelegen streken. Zo werden er scholen gebouwd in India, Kenia, Liberia, Nigeria en Oeganda.
Elke leerkracht is in theorie inwisselbaar. Daarom kregen de leerkrachten in deze scholen een tablet, met een script erop, dat minutieus het lesverloop beschrijft. Ze moeten woord voor woord hun les aflezen met behulp van het script. “Stel de vraag…”, “goed zo”, “laat leerlingen 1 minuut noteren”, “pauzeer”. Bovenaan het scherm? tikt een teller met de overblijvende lestijd. De scripts komen uit een studiecentrum in Boston dat massaal data (timing, scores) verzamelt om de scripts te verbeteren. Hierbij evalueert het de leerkrachten ook streng: maken ze om de vijf seconden oogcontact? Gaan ze snel genoeg met de vinger over de tablet? Tijd voor vragen is er niet echt. De intenties zijn goed: wanneer een leerkracht om een of andere reden vervangen moet worden, kan dat meteen. Dit is echter een klassiek geval van technologie die rechtstreeks verbonden wordt aan het lesonderwerp en waar de leerkracht louter als overbrenger van informatie beschouwd wordt. Men vergeet in dit geval naar de didactiek te kijken.